Als ambassadeur van dit community art-project had ik het voorrecht om de inspirerende voorstelling East Side Story bij te wonen. De rit naar het hoge noorden gaf me heerlijk veel ruimte om na te denken. Ik mijmerde over mijn eigen ervaringen met het werken in gemeenschappen en over dit bijzondere project dat voor me lag. Geen podcast of rustgevende muziek in de auto, gewoon even in stilte de gedachten laten varen. En zien waar het schip… enfin, je snapt mij.
East Side Story bleek veel meer dan alleen een theatervoorstelling; het was een emotionele reis die me uitnodigde om mijn eigen rol en verbondenheid met de gemeenschappen te overdenken. De gekozen locaties, zoals het voormalige woonoord Schattenberg (aka Kamp Westerbork) en de levendige Molukse wijk in Bovensmilde, riepen herinneringen op aan mijn eigen betrokkenheid bij soortgelijke initiatieven. Ergens in de zomermaanden van 2004 treinde ik wekelijks naar Drenthe, om in het buurtcentrum Molo Oekoe in Bovensmilde met een groep Molukse basisschoolleerlingen magazines te maken. Een van hen ontmoette ik op het ‘kamp’ en wij hadden een superfijn gesprek. Toen wij afscheid namen, bekroop mij een gevoel van trots en voelde ik de kracht van community-work. Juist weer na twee decennia.
Bij Schattenberg (theaterlocatie #1) werd speciaal voor East Side Story het Herinneringscentrum Kamp Westerbork gereconstrueerd, waardoor ik de kans kreeg om een stukje geschiedenis te herbeleven. De intieme scènes en taferelen die we in kleine groepen te zien kregen, brachten het leven in de woonoorden op aangrijpende wijze tot leven. Ik ken deze situaties alleen maar van verhalen van mijn grootouders, mijn vader en diens broers en zussen. Nu zat ik er midden in.
Het kunstwerk ‘Het Nest van de Kaketoe’ nam een centrale plaats in en de voorwerpen die waren uitgeleend door oud-bewoners van Schattenberg, voegden een persoonlijke dimensie toe aan de ervaring. Ik herkende een legerbaret die van mijn grootvader had kunnen zijn, een houten pollepel van mijn oma. Ik zag schoolbanken waar mijn vader in had kunnen zitten. Aan dit project werkten ruim 250 mensen mee, voor en achter de schermen. Een mega-productie dus. De participatie droop er daarom van af. Wat heb ik genoten. Community-art zoals het bedoeld is.
Maar het waren niet alleen de locaties en objecten die me raakten. Het was ook de gezamenlijke feestvreugde op het festival (theaterlocatie #2). Ik zag de saamhorigheid tussen de witte Drent en de Drent van kleur. Tijdens het wachten in de rij, raakte ik aan de praat met twee vrouwen, een moeder en haar dochter. De aanleiding? Een anekdote. De mevrouw pakte mijn kleurrijke ikat sjaal van mijn hals en zei tegen haar dochter: ‘Kijk, dit hebben Hans en Annemiek ook meegenomen uit Indonesië’. Ik moest deze mevrouw erop wijzen dat je niet zomaar een kledingstuk van iemands lijf mag plukken en het als demonstratiemateriaal kan gebruiken: ‘U kunt het ook vragen, mevrouw’. Na een licht beschamend lachje volgde uiteindelijk een mooi gesprek. Mevrouw had destijds met Molukse kinderen in de klas gezeten en was benieuwd naar hun achtergrond. Mooi. Juist na zes decennia. De organisatie van dit project ‘Aan de andere kant’ doet haar naam op deze manier veel eer aan.
Ook het ontroerende liefdesverhaal in de Molukse wijk in Bovensmilde (theaterlocatie #3) maakte deze voorstelling tot een ware belevenis. Het liet me zien dat liefde en vreugde grenzen kunnen overstijgen en mensen kunnen verbinden, ongeacht hun achtergrond. Routinier Roger Goudsmit als Tjally en rising star Chaya Pattiapon als Ina zijn glansrijk in hun rollen in dit verboden liefdesverhaal. De alwetende verteller, Melle de snackbareigenaar (gespeeld door Bas Keijzer), wist het publiek te boeien als verbinder tussen groepen. Bij tijd en wijle zag ik de Tielse snackbareigenaar Theo van de ‘Take Five’ voor mij. Hoeveel frikandellen speciaal heb ik daar niet gegeten terwijl ik dacht aan mijn highschool crush. Ik dwaal af.
De acteurs en dansers verdienen oprechte complimenten voor hun indrukwekkende spel. Met hun ongekende passie en overtuiging namen ze ons moeiteloos mee naar andere tijden. De emoties waren voelbaar en elke scène was doordrenkt van oprechtheid en betrokkenheid. En een extra spotlight voor alle mensen achter de schermen. Ik heb jullie gezien.
East Side Story is een voorbeeld van hoe theater kan dienen als krachtig instrument om verbinding tussen verschillende groepen te zoeken en te vinden. Voor mij persoonlijk heeft het mijn eigen ervaringen met community art opnieuw doen opleven en me diep doen nadenken over mijn betrokkenheid. Van community-art op lokaal niveau, tot landelijke projecten, wonderbaarlijke theaterseizoenen als maker en nu als museumdirecteur. Stichting Aan de andere kant laat met ‘East Side Story’ zien dat kunst in staat is om bruggen te slaan en begrip te creëren, zowel binnen de Molukse gemeenschap als daarbuiten.
East Side Story is niet alleen een theatervoorstelling, maar een reis die je uitnodigt om na te denken, te voelen en te verbinden.
Tweet
Ik kan deze voorstelling van harte aanbevelen. East Side Story is niet alleen een theatervoorstelling, maar een reis die je uitnodigt om na te denken, te voelen en te verbinden. Mis deze unieke ervaring niet, waarin je jezelf kunt onderdompelen in de kracht van community art en de schoonheid van verbinding. Ik zie de glans van al deze makers afschijnen op het publiek.
En is er dan helemaal geen kritiek? Jawel. Op een gegeven moment spreekt een van de Molukse acteurs: ‘Laten we de eeuwenlange broederlijke band tussen Nederland en de Molukken vieren’. Een slok sopi volgt. Natuurlijk is dit niet waar. Er was geen eeuwenlange broederlijke band. Er is altijd Moluks verzet geweest tegen de VOC. Tegen de Nederlandse kolonialen. Moluks verzet tegen de overtocht. Moluks verzet tegen ongelijke behandeling in Nederland. Al deze vormen van verzet hebben gezorgd voor wrijving. En zonder wrijving, is er geen – daar is ie weer – glans.